Onderzoek
Het onderzoek is uitgevoerd in samenwerking met een aantal internationale en nationale media, en vanuit de wetenschap ondersteund door een Covid-19 onderzoeksgroep van de Universiteit van Amsterdam onder leiding van prof. dr. Natali Helberger.
Eenvoudig is zo’n onderzoek niet. Want hoe onderzoek je een ‘fast moving target’, voortdurende veranderende maatregelen ter bestrijding van corona die door heel Europa vaak net - of flink - anders zijn? Waarbij heel veel gegevens ook nog eens zeer lastig te vinden zijn, omdat ze niet goed worden bijgehouden en aan dat laatste ook niet altijd veel behoefte is - waarbij privacy als rookgordijn wordt gebruikt om de inzet van technologie buiten beeld te houden.
Overheden en werkgevers
Een van de leerervaringen binnen dit project is dan ook hoe lastig het is om journalistiek onderzoek te verrichten naar een thema dat nog volop in ontwikkeling is. Door zo strak mogelijk vast te houden aan de onderzoeksopzet, en door het gericht verzamelen en delen van ‘ruwe’ informatie uit een groot aantal nationale en internationale nieuwsbronnen hebben we dat probleem weten te ondervangen. Een ander issue binnen het project was het opzetten en met name onderhouden van samenwerkingen met media, nationaal en internationaal. Net als vele andere arbeidsorganisaties waren media-organisaties de afgelopen anderhalf jaar niet in hun reguliere ritme, waardoor vertragingen ontstonden in de uitvoering van het project. Een deel van de publicaties die we willen verzorgen staat dan ook nog op de rol voor de nabije toekomst.
Niettemin zijn er ook nu al successen. Om enige helderheid te scheppen achter het rookgordijn, hebben we in het onderzoek twee lijnen onderscheiden: welke impact heeft de inzet van corona-technologie op de grondrechten van burgers, en: welke impact heeft die technologie op werknemers en in bedrijven?
Corona-melders
In de eerste lijn hebben we een grootschalig onderzoek gepubliceerd naar het gebruik en de effectiviteit van corona-melder apps, die in de eerste fase van de epidemie op grote schaal zijn ingezet om besmettingen op te sporen. De effectiviteit daarvan, voor zover na te gaan, bleek beperkt doordat ze lang niet overal vaak werden geïnstalleerd - slechts een kwart van de Europeanen installeerde er een, al zijn de verschillen tussen land groot. In hoeverre de apps bijdroegen aan het bestrijden van corona is al helemaal onduidelijk: Een geaggregeerde schatting is dat 1 op de 25 Europeanen een corona-app gebruikte.
In de tweede lijn, de impact van corona-technologie op werk en in het bedrijfsleven, stuitten we vooral op een groot aantal grotere en kleinere techbedrijven die corona-technologie voor thuiswerkende werknemers als een business case zien. Microsoft springt er daarbij uit. Het gebruik van de software levert het bedrijf veel data op en opent de deur naar productiviteitsmetingen die weinig heel laten van privacy op de werkvloer.
De onderzoeken zijn gepubliceerd in grote Europese en Nederlandse media, en bereikten daarmee honderdduizenden mensen. Aanvullend werden ze gedeeld op social media. Daarmee hebben we een bijdrage geleverd aan het publieke debat over nut, noodzaak en risico’s van de inzet van technologie tegen corona. Met een aantal vervolg-publicaties willen we die bijdrage de komende tijd nog vergroten.
Overzicht publicaties
Het project leidde onder andere tot de volgende publicaties: